Zingen met bovenstem

De zangtraditie van psalmzingen met bovenstem wordt erkend als immaterieel erfgoed. Dat heeft het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed op 23 november 2013 bekendgemaakt. Hiermee is de traditie van het zingen met de bovenstem ook geplaatst op de erfgoedlijst van Unesco. Mannelijke zangers zingen een tegenstem bij de psalmzang van de gemeente. Het stamt uit de tijd dat er nog geen orgels waren.

In de calvinistische liturgie was het niet gebruikelijk dat er orgel- of meerstemmige muziek klonk. Calvijn had niets op met vormen van muziek die de verstaanbaarheid niet ten goede kwamen.
Toch voorzagen componisten psalmen van meerstemmige zettingen. Een van de bekendste is Claude Goudimel (1565). Zijn muziek werd vervolgens voorzien van Nederlandse berijmingen.
In de eredienst bleef het lange tijd taboe, maar thuis zongen mensen de meerstemmige liederen wel. „De bovenstem of tweede stem kan spontane volkscultuur zijn”, zegt de Groningse liturgiewetenschapper Jan Luth. Hij is gespecialiseerd in hymnologie en kerkmuziek en promoveerde op gemeentezang in Nederland. Volgens hem lijkt de huidige bovenstem erg op de Goudimel-zettingen, en vaak wordt zelfs letterlijk de altstem uit die zettingen gezongen.
Niet alle bovenstempartijen komen daarvandaan. Meerdere dirigenten en organisten schrijven ze zelf.


Het meerstemmig psalmzingen is op het oog een 'kleine' traditie, maar wel één verbonden met de godsdienstige geschiedenis van Nederland. Verder is de betekenis van het meerstemmig psalmzingen breder dan alleen een religieuze, de traditie is nauw verbonden met de culturele identiteit. De traditie van het vierstemmig psalmzingen gaat terug tot in de zeventiende eeuw. Naar aanleiding van de in 1773 ingevoerde nieuwe berijming van de psalmen door de Staten Generaal, verscheen in 1780 een nieuwe vierstemmige psalmbundel, aangepast aan de nieuwe berijming, die in 1870 opnieuw werd uitgegeven.
Het psalmzingen met de Bovenstem is zeker niet alleen een kerkelijke traditie. Bekend is dat in de negentiende en twintigste eeuw in menig gezin na de maaltijd een psalm werd gezongen, waarbij de vader de Bovenstem zong om die door te geven aan zijn kinderen. Dat gebeurde ook wel in de stal tijdens het melken. Verder zongen gezinnen, families en gezelschappen thuis psalmen met of zonder Bovenstem. Tegenwoordig wordt de traditie levend gehouden door verschillende bovenstemgroepen in Nederland, waarbij de Bovenstemgroep G-O een uitzondering maakt als het gaat om de samenstelling van de groep. Uniek is namelijk dat de Bovenstemgroep G-O bestaat uit melodie en bovenstem zangers. Hierdoor kan de groep ook prima zelfstandig optredens verzorgen.


Luister naar Psalm 97 vers 1 en 4, God heerst als Opperheer.
Luister naar  "Alle roem is uitgesloten, vers 1, 2 en 3.